Onderzoek naar vleermuizen in uw buurt

Waarom zo’n grootschalig onderzoek?

Een gemeentelijke aanpak heeft 3 grote voordelen:

Vleermuizen en het ecosysteem zijn veiliger

Vleermuizen voorkomen plagen en houden het ecosysteem in balans. Maar helaas zijn ze ook kwetsbaar. Ze nestelen vooral in spouwmuren, waar een kleine verbouwing ze al kan verjagen. Het kan jaren duren voordat ze een nieuwe plek vinden en gebruiken. Een groot onderzoek zorgt dat we de vleermuizen in Roermond goed in beeld hebben. Hierdoor kunnen we ze beschermen, ook als u gaat isoleren of verbouwen.

U hoeft niet meer te investeren

Bij een verbouwing is onderzoek naar vleermuizen vaak wettelijk verplicht. Als inwoner moet u dit onderzoek normaal zelf laten doen en betalen. Dit is kostbaar en tijdrovend, want vleermuisonderzoek duurt zeker een jaar. De gemeente Roermond laat het onderzoek nu in een keer uitvoeren voor de hele stad. Dat is een cadeau aan de inwoners en ondernemers van Roermond, want het betekent dat u het straks niet meer hoeft te doen.

De stad kan sneller verduurzamen

Na dit onderzoek weten we precies waar vleermuizen leven in onze gemeente. Hierdoor kunnen we sneller isoleren en verbouwen, zonder problemen met vergunningen of natuurregels. Dat is belangrijk, want Roermond wil de komende jaren verder verduurzamen.

Is dit onderzoek bijzonder?

Ja, en om twee redenen. Als eerste: zo’n grootschalig onderzoek is heel bijzonder. Roermond is een van vijf gemeenten die ervoor kiest. Hiermee willen ze sneller verduurzamen – en andere gemeenten inspireren om hetzelfde te doen.

De tweede reden is innovatie. Want naast de omvang van het onderzoek, is ook de technologie bijzonder. Onderzoekers nemen de hoge geluiden op die vleermuizen maken. Speciale software maakt daarna zichtbaar waar vleermuizen vliegen, jagen en nestelen. 

Wie voert het onderzoek uit?

Nationale Soorten Management (NSM) verzorgt het hele onderzoek. Deze organisatie uit Wageningen biedt oplossingen om goed te zorgen voor de natuur in onze leefomgeving, terwijl we die verduurzamen. Hiervoor verbinden ze kennis over ecologie en technologie. 

Hoe werkt het onderzoek?

Het onderzoek naar vleermuizen bestaat uit 3 fases:

Fase 1: luisteren

Eerst hangt NSM 2500 kastjes aan de lantarenpalen in de hele gemeente. Die nemen een aantal dagen en vooral nachten de hoge geluiden van vleermuizen op. Met deze informatie kunnen ze bepalen waar vleermuizen vliegen, jagen en nestelen.

Fase 2: vaststellen

Veldwerkers komen langs om nestplaatsen precies te bepalen. Door de informatie uit de kastjes is dit vrij eenvoudig – ook al laten vleermuizen bijna geen sporen na.

Fase 3: bijhouden

Zijn er nesten verplaatst, of nieuwe bijgekomen? NSM blijft monitoren wat er veranderd is.

Wat kunt u merken van dit onderzoek?

Als het goed is, heeft u geen last van het onderzoek.

• De kastjes ophangen en weghalen duurt maar een paar minuten.  
• De kastjes maken geen geluid en nemen alleen het hoge geluid op van vleermuizen.
• De veldwerkers van NSM lopen ’s avonds en ’s nachts door de buurt.  
• Moet een veldwerker even in uw tuin zijn, dan wordt dit met u overlegd.

Hoe belangrijk zijn vleermuizen?

Vleermuizen zijn waardevolle ‘dakgenoten’ waar we rekening mee moeten houden. Ze vangen duizenden muggen en andere insecten per nacht. Zo voorkomen ze de uitbraak van plagen en houden ze de natuur in balans. De natuur zou er heel anders uitzien zonder vleermuizen. Deze dieren horen dus echt bij ons thuis.

Goed om te weten: het klassieke rabiesvirus komt voor bij bepaalde vleermuissoorten, zoals de laatvlieger. Overdracht van vleermuizenrabies op mensen is zeldzaam, maar niet uitgesloten. Raak vleermuizen daarom nooit met blote handen aan.

Verder heeft u van vleermuizen geen enkele last. Hun hoge geluiden zijn voor mensen niet te horen. Hun nestplaatsen zijn haast niet te zien. Ook in spouwmuren maken ze geen lawaai of rommel. Hun uitwerpselen gooien ze uit het nest – en vallen als stof uit elkaar.

Meer weten over dit onderzoek?

Dit is de start van een onderzoek dat meerdere jaren in beslag neemt. We beginnen nu met vleermuizen, maar breiden op termijn het onderzoek uit naar vogelsoorten die zich ook onder daken nestelen.